28 juli, 2008

Vergeten voetballer: 8. Oranje-beul Jason McAteer

'Voetbal is emotie' en dat werd me op 1 september 2001 voor het eerst echt duidelijk. In Dublin moest Nederland winnen om een play-off-ticket voor het WK naar Korea en Japan te bemachtigen. Maar de beste Oranje-lichting die ik heb meegemaakt liet zich op Landsdowne Road aftroeven door het 'nietige' Ierland.

Ik had er in eerste instantie een goed gevoel bij. Oranje kan pieken als het moet, dacht ik, en al helemaal tegen iets mindere landen. Bovendien deed mijn tweede vader Patrick Kluivert mee. Vijf jaar eerder had hij in één van de beste wedstrijden uit zijn carrière Oranje hoogstpersoonlijk naar het EK in Engeland geschoten. In de play-offs naar dat EK scoorde Oranje's topscorer aller tijden twee keer in de met 2-0 gewonnen play-off tegen .. Ierland.

Mijn voorgevoel en alle veelbelovende statistieken in de aanloop naar de 'wedstrijd van de waarheid' bleken geen pepernoot waard. Oranje, met Louis van Gaal aan het roer, kreeg tien Ieren (Gary Kelly moest vroeg in de tweede helft met rood van het veld) niet op de knieën. Bijna zeventig minuten beet ik op mijn nagels en bibberde ik van de angst.

Jason McAteer maakte in minuut '68 een eind aan mijn 'zenuwgedrag'. Ik hoor de echo van Evert ten Apel's geschreeuw op de radio (ik was onderweg naar een bruiloft in Amsterdam) nu nog naklinken: 'Jaaason McAteeeeer'! De Ierse doelpuntenmaker kreeg zijn treffer in de schoot geworpen door Mark van Bommel. De middenvelder liet zich eerst gemakkelijk omspelen door Roy Keane aan de zijkant en legde zijn 'mannetje' McAteer bij het doelpunt ook geen strobreed in de weg door 'gewoon' niet te dekken.

Weg WK! In 1998 was het Nederlands elftal er al heel dichtbij. De verwachting was dat Oranje in Azië opnieuw een gooi zou doen naar de felbegeerde titel. McAteer, toen uitkomend voor Sunderland en inmiddels actief voor Tranmere Rovers, schoot de droom van vijftien miljoen Nederlanders aan flarden en bezorgde mij indirect een loodzware zomer in 2002.

Gedurende het WK werd het gevoel alleen maar erger. Turkije en Korea geraakten tot in de halve finale en vanaf dat moment werd het voor mij (en ik weet zeker voor miljoenen andere Nederlanders ook) zo'n 'wat-als-WK'. 'Wat als McAteer niet zou scoren in Dublin?' Die verdoemde McAteer.




Twintig maanden later bezorgden Filippo Inzaghi en Jon Dahl Tomasson mij de tweede voetbalkater door Ajax in de slotminuut uit de Champions League te kegelen.