De tweede in mijn serie vergeten voetballers is mij vooral bijgebleven vanwege zijn opvallende transfer. In mijn middelbare school-jaren volgde ik het voetbal al nauw op de voet en concludeerde ik dat een Engelsman in Spanje haast als water en vuur was. Ik zag allerlei soorten en allerlei maten in allerlei landen, maar Britten rond de Middellandse Zee was vrijwel onmogelijk. Totdat Steve McManaman in 1999 de overstap maakte van Liverpool naar Real Madrid.
McManaman maakte furore in de Spaanse hoofdstad en zette de trend voor zijn landgenoten. Michael Owen, Jonathan Woodgate en David Beckham vonden de door McManaman geopende deur en vervolgden hun voetbalcarrière daarna ook bij de Koninklijke. Macca speelde vier seizoenen voor de Spaanse grootmacht. Hij werd twee keer landskampioen en won twee keer de Champions League.
Voor zijn tijd bij Real kwam McManaman (type Ronald de Boer) tien jaar uit voor Liverpool. Op Merseyside debuteerde hij als 17-jarige en groeide hij uit tot aanvoerder van The Reds. Het clubicoon besloot (mede vanwege het gebrek aan prijzen bij Liverpool) een contract te tekenen bij de meest succesvolle Europese voetbalclub. Na vier goede jaren waarin zijn palmares dus vorm kreeg, kon hij mede door de komst van David Beckham, uitzien naar een nieuwe werkgever. Het werd Manchester City. Maar McManaman's terugkeer in Engeland bleek geen succes. De 37-voudige international kwam vaak negatief in het nieuws en besloot in 2005 zijn carrière te beëindigen. Tegenwoordig werkt hij als voetbalanalist voor de Britse televisie.
Nu heb je het heupschot van Ryan Babel, de ventieltrap van Roberto Carlos en het stijg-daal-schot van Gerald Sibon en Juninho. Eind jaren negentig introduceerde McManaman de karatetrap. In de gewonnen CL-finale tegen Valencia in 2000 trof de Brit op een Bruce Lee-achtige manier doel. De treffer ging de wereld over en in zijn tijd bij Real zou hij het kunstje nog vaker herhalen. Kijk en geniet mee van de naar mijn mening altijd onderschatte Steve McManaman.