28 augustus, 2008

Peking (2): Spelen van de emotie

Thunderbolt
Met de huidige technologie krijg je in elke sport bij de finale een close-up van de deelnemers te zien. Denk aan de volksliederen bij het voetbal, als de camera langs beide elftallen en het arbitrale korps gaat. En ook bij het zwemmen, als de finalisten zich op de startblok nog wat uitschudden en prepareren voor het moment suprème. Bij de sprintfinales bij het atletiek is dat niet anders. De namen van de finalisten worden één voor één opgeroepen en de één ontvangt een wat luider applause dan de ander.

Het standaardbeeld is dat de sprinter even zijn arm optilt om te laten zien om welke deelnemer het gaat en verder uiterst geconcentreerd bezig is met de 'race' die komen gaat. Het applause dat volgt krijgt hij/zij door de concentratie en zenuwen niet eens meer mee. Allemaal serieuze koppen, totdat de camera's en speaker zich richten op Usain Bolt. Pas 22, geboren in Jamaica, het postuur van een basketballer en de mymiek van een acteur.

Als de lens richting Bolt draait komt het beest los. De gespannen koppies bij zijn buurmannen lacht hij weg. Alsof hij een collega-rapper aan het dissen is gebaart hij met zijn handen. De heupen gaan heen en weer en als zijn naam omgeroepen wordt, neemt hij de houding van een boogschutter aan die met een glimlach op, op iets hoogs mikt. Het is een hele show.

Die show gaat nog tijdens zijn race verder. Na acht seconden, met nog 20m te gaan, vindt Bolt dat hij lang genoeg serieus is geweest en schakelt hij twee versnellingen terug. De snelheidsduivel beseft niet dat hij het wereldrecord met tienden kan aanscherpen in plaats van hondersten van een seconde. Het is een vernedering voor zijn collega's, die ver achterblijven. Arsenal legde Twente op de pijnbank, maar wat Bolt met zijn tegenstanders doet is nog veel erger. Op de koningnummers, 100m, 200m en 4x100m sprint, won Thunderbolt eenvoudig en slaagde hij er zelfs in een nieuw wereldrecord te vestigen. Dan mag je ook wel de Eddy Murphy gaan uithangen.

"Stelletje sukkels"
Het begon allemaal zo mooi. Jeroen Delmee mocht bij de opening van de Spelen in Peking namens Nederland de vlag dragen voor zijn bewezen diensten als hockeyer. Dat moest het begin worden van een spetterend afscheid. De champagnespetters bleven uit, want zonder medaille om de nek keerde hij met zijn hockey-équipe terug naar Nederland.

In de halve finale ontsnapte Duitsland op een Duitse manier en in de strijd om de derde plaats kreeg Oranje een pak rammel van Australië (2-6). En bij de topsporter pur sang knapte er toen iets. "Op belangrijke momenten gaven we vandaag niet thuis en dat was kenmerkend voor het hele toernooi. We zijn gewoon een stelletje sukkels. De laatste jaren hebben we helemaal niks bijgeleerd."
Mooie emoties bij Delmee, die het niet kon verkroppen dat de verdediging van Oranje in de eerste tien minuten tot drie keer toe opzichtig faalde en de Australiërs daarmee de bronzen medaille min of meer al om de nek hing. Het typeerde Delmee om zo emotioneel te reageren en zijn teamgenoten 'op de flikker' te geven. Het is de winnaarsmentaliteit waar bijvoorbeeld ook Jaap Stam zo om werd geprezen.

Manwijven
Toen Daniëlle de Bruijn de winnende treffer tegen de touwen gooide, sprong ik van de bank. De finale van de waterpolodames van Oranje tegen de vrouwen uit de VS was voor mij het meest spannende moment tijdens de afgelopen Spelen. Het doelpunt van De Bruijn, de laatste twee kansen van de VS maar vooral de reacties na afloop zullen mij bijblijven.

Robin van Galen dook met zijn assistenten na de 'eindzoomer' onmiddelijk het water in. Die omhelsingen en de tranen, dat is misschien wel het mooiste aan sport. Toen ik die succescoach zag genieten vergat ik die manwijven in zijn selectie even. Jack van Gelder liet hem opdraven voor de microfoon en Van Galen liet zijn tranen de vrije loop toen hem werd gevraagd over een sterggeval uit de familie. Weer kreeg ik kippenvel.
Dat onze waterpolodames ook bij de mannen meekunnen, bevestigden ze nog maar eens door journalist Van Gelder (toch rond de 100kg) met zijn tweetjes even het water in te 'jonassen'. Manwijven of niet, hun sentimenten deden me een paar keer goed trillen.

Vedettes onder elkaar
Nog zo'n innig moment. Hoewel de één inmiddels twee keer zo zwaar is als de ander en ze niet meer voor dezelfde club spelen, is de liefde er bij Ronaldinho en Lionel Messi er niet minder om geworden.

De kleine Argentijn zag zijn voormalig ploeggenoot in Barcelona arriveren. Ronaldinho zette Camp Nou op zijn kop, werd 's werelds beste maar gleed vervolgens af door een te uitbundige manier van leven. Messi maakte het allemaal van dichtbij mee. Vooral de eerste jaren van de Braziliaanse ster in Catalonië waren bewonderingswaardig. Hij goochelde erop los, scoorde aan de lopende band en bezorgde de ploeg van Frank Rijkaard persoonlijk de landstitel en de Champions League.

Messi, die langzaamaan ook aan de weg timmerde, keek zijn ogen uit en promoveerde zijn aanvalspartner tot idool. Altijd noemde hij de naam van Ronaldinho als hem werd gevraagd naar de beste speler ter wereld. Zelfs toen Dinho's slechte levensstijl het afgelopen seizoen aan het licht kwam en hij het team min of meer in de steek liet, weigerde Messi hem te beschadigen. 'Hij is en blijft de beste', klonk het uit de mond van het wonderkind.Dat maakte de knuffel na afloop van de halve finale tussen Argentinië en Brazilië zo speciaal. Messi is inmiddels misschien wel beter dan Ronaldinho ooit was. Toch blijft de kleine aanvaller opkijken naar zijn voormalig leermeester. Het moet ongeveer zo gegaan zijn tijdens die knuffel.

R: 'Gefeliciteerd kleine.'
LM: 'Bedankt maestro, jij blijft de man.'
R: 'Nee Leo, ik wás de man. Ik heb jullie keihard laten vallen het afgelopen seizoen. Ik schaam me dood.'
LM: 'Nee meester, dat moet je vergeten. Denk aan alles wat je ons hebt gegeven, we mogen je eeuwig dankbaar zijn.'
R: 'Win die finale en gedraag je. Je bent dan niet alleen de beste Leo, je blijft ook de beste. Ik meen het. Jouw tijdperk is aangebroken.'
LM: 'Jij blijft mijn held, succes in Milaan.'

Juwelier Phelps
Acht keer goud voor Michael Phelps. Chapeau! Wat een geweldenaar. Die op de eerste estafette, de 4x100m vrij, vond ik de mooiste. Frankrijk lag op koers voor goud, maar Jason Lezak vloog op de laatste 100m en bezorgde de VS alsnog verrassend de overwinning. Dat Phelps dat al niet meer had zien aankomen was te zien aan zijn reactie. Wat een kreet moet dat geweest zien.
Lucky Alexander
Joe heeft niet veel met Alexander en Maxima. Ik zal ook niet snel jaloers zijn op iemand van het Koninklijk Huis. Maar na de hockeytitel van de Nederlandse dames had ik graag even in Alexander's schoenen gestaan. Al die bekakte feestbeesten kregen na het behalen van hun gouden plak drie kusjes van de kroonprins.


Als Joe daar had gestaan, hadden ze die ook gekregen. En ik zou ze er wat tikjes op die mooie gespierde billen bij doen, evenredig met het aantal glazen champagne dat ze op dat moment ophadden. En dan maar hopen dat Fatima op dat moment al twee flessen achterover had geslagen. Minke Booij verdient ook een aai over d'r achterwerk. Niet eens vanwege d'r uiterlijk, maar meer vanwege haar spel. Wat een verdediger, die gaan ze missen.