'Wat moet je daar?', wordt er wel eens geroepen als ik op vrijdag of zaterdag zeg dat ik naar **** ga. 'Beetje chillen', antwoord ik, met de wetenschap dat hun vraag zo onterecht nog niet is.
De debuterende bezoeker zal zich bij binnenkomst een hoedje schrikken. Grote kans namelijk dat hij als eerst de zoons van een goedheilige priester ziet trachten twee gokkasten leeg te plunderen. Verderop is aan de grote tafel een cashgame (pokerspel waarbij de participanten zo vaak mogen inkopen als ze willen) aan de gang. Onder de tien deelnemers is de aanwezigheid van drie broers of vijf neven geen uitzondering. Het kaal plukken van een naaste familielid is eerder regel dan uitzondering en wordt door de gokverslaafden dan ook afgedaan als 'normaal'.
Deze cashgame start na middernacht als de gelukbeproevers hun shoarmatent, pizzeria of snackbar op slot gegooid hebben en zich naar het café begeven. (Van de horecatent naar de gokhal is voor yoyo's een kleine weg, dat is mij de afgelopen jaren wel duidelijk geworden.) 'Hoe lang duurt het totdat het fortuin verdeeld wordt', hoor ik je denken. Nou, exacte tijden kan ik niet noemen, maar wat ik wel weet is dat de heren nog niet thuis zijn als hun zoontje met de 'vloeibare pap' voor zich ziet hoe de stofzuiger van de Teletubbies hun rotzooi opzuigt. Ze hebben lak aan hun kleine, de flappen liggen er immers voor het grijpen.
Ook toeters en poeders zijn er geen uitzondering. Geregeld wordt er met meerdere filters een enorme 'kanker- en/of hasjstaaf' gedraaid. Voor het nog iets grovere werk onderbreekt een speler zijn spel wel eens. Op het toilet is meer tijd en ruimte om een lijntje via de neus het lichaam in te snuiven. Waar kasten, fiches en drugs is moet natuurlijk ook alcohol zijn. De Corona's, rode wodka's en Johnny Walker's ontbreken dan ook niet. Gul als de mannen zijn, is het voor mij een onmogelijke opgave om bij te houden hoeveel liters ze in een nacht naar binnen werken.
'What the **** doe je daar dan Johan?' Nou, dat zal ik je even haarfijn uitleggen. Die personen die ik zojuist zo ongeveer heb afgeschilderd als leden van een syndicaat, doen er goed aan hun leven een wending van 180 graden te geven. Laat ik dat voorop stellen. Toch hebben ze ook een andere kant. Want hoeveel ze ook inzetten, inhaleren of snuiven, stuk voor stuk zijn het aardige gozers bij wie een mijer meer of minder verlies de pret niet kan drukken.
Hun eeuwige vrolijke 'mood' zorgt voor een erg aangename sfeer. De conversaties leveren hilarische grappen op. De ludieke beledigingen worden door een ieder geaccepteerd en buitenstaanders hebben nauwelijks last van deze gokbeesten. Dat is wederzijds, want ook de buitenstaander kan zich ondanks de enorme wolken goed vermaken. Een pooltafel, andere kaartspelen en een PlayStation maken het dat ook de 'normale bezoeker' uitstekend aan zijn trekken komt. De altijd sympathieke eigenaar, die aan de grote pokertafel zit en twijfelt over een raise of all-in, legt zijn 'heilige boontjes' ook geen strobreed in de weg.
Voor velen bestaat het café uit veel te grote valkuilen. Voor mij zijn het niet meer dan miniscule knikkerpotjes. De verleidingen zijn voor mij niet eens verleidingen en dus kan ik ze gemakkelijk weerstaan. Er zijn er in mijn vriendengroep bij die niet immuun zijn voor dit soort duivelse taferelen. Deze vatbaardere jongens mogen dit artikel als waarschuwing beschouwen. Ik zie vooralsnog weinig reden om mijn wekelijkse bezoek op vrijdag van mijn denkbeeldige agenda te halen.