Zoals beloofd zal ik ook verslag doen van mijn tweede jeugdherinnering. 2 á 3 dagen in de week zit ik in het verenigingsgebouw van onze gemeenschap in Enschede. Noem het gerust een kaarthuis. Een maand of twee na de opening kwam het bestuur op het geniale idee om een tafeltennistafel te plaatsen. Hoewel ik aanvankelijk mijn twijfels had, ondervind ik het succes van het pingpongballetje nu aan den lijve.
De paar avonden in de week dat ik er kom, is de wachtrij om een balletje te slaan enorm. Jong en oud staan, wachtend op hun beurt en geleund tegen de biljarttafel, te kijken hoe twee bezeten tafeltennissers het er vanaf brengen. De meesten komen en gaan. Aangezien de winnaar-blijft-staan-regel wordt gehanteerd, zijn het vaak dezelfde deelnemers die kunnen blijven spelen.
Nou wil ik wel arrogant doen, maar de kans dat je binnenkomt en ziet hoe Joe met een half opgegeten batje en het lichtste sportballetje een masterclass geeft aan iets te ambitieuze heethoofden, is erg groot. Na iedere overwinning moet ik balletje en/of batje ontwijken, krijg ik tientallen scheldwoorden naar mijn hoofd geslingerd en word ik gemaand plaats te maken om de eentonigheid te doorbreken. Ik moet er wel bij vertellen dat het aantal serieuze uitdagers de laatste weken flink is toegenomen. Dat ze een gooi willen doen naar de macht, is hun goed recht.
Ik zal je heel eerlijk bekennen: als mijn backhand loopt, kun je maar beter dekking zoeken. Al mijn 'rivalen' zullen dat beamen. Alleen mijn neef Ferit (die nu wel iets te vaak in mijn blogs voorkomt, besef ik nu) is in staat de van mijn bat afspattende vuurpijlen te pareren. Hoe hij het doet weet ik niet, maar hij krijgt de meest onmogelijke ballen terug op mijn speelveld. Toch delft hij in de onderlinge confrontaties vaker het onderspit dan ik. (Don't deny!)
Joe is in goede doen moeilijk te verslaan. De laatste weken is dat alleen een verdwaalde Arabier echt gelukt. Maar die man neemt eigen batjes en balletjes mee. Nog geen vijf punten onderweg staat hij al in zijn blote en behaarde bast van de zweet. Maar eerlijk is eerlijk, een stugge speler die ik de laatste twee keer pas op de knieën heb kunnen krijgen.
Aan het eind van de avond, als de luie kaarters toe zijn aan wat beweging en gezelligheid, raakt de ruimte rond het kleine tennisveldje overbevolkt. Het enkelspel is dan geen optie meer, omdat dat de wachtrij nauwelijks ten goede komt. Creatief als een aantal vrienden zijn, hebben ze een logische en een minder voordehandliggende oplossing bedacht. De eerste is het dubbelen. Het dubbelspel bij tafeltennis is echter anders dan bij het gewone tennis, waar het niet uitmaakt wie de bal naar de overkant mept.
De belangrijkste tafeltennisregel bij twee-tegen-twee is dat de spelers uit een team om en om aan de beurt zijn. Dat wil zeggen overspelen en een paar meter naar achteren stappen, zodat de medespeler de ruimte heeft voor zijn beurt. Je raadt het al, aan botsingen geen gebrek. Sommige koppels stapelen de miscommunicaties op. Bij de wisseling knallen ze op elkaar, laten een hoek helemaal vrij omdat staan ze aan dezelfde kant staan of ze meppen elkaar in plaats van de bal. De fouten worden ook afgedwongen door de wat listigere spelers. Het dubbelspel is gezellig en levert hilarische taferelen op. Teamgenoten gaan op elkaar tekeer alsof hun leven ervan af hangt en fouten worden altijd in elkaars schoenen geschoven. Het geschreeuw kent geen grenzen.
Dan is er nog de originele oplossing voor het wegwerken van de eindeloze wachtrij: Rondom de tafel. Spelers proberen een batje te bemachtigen en sluiten aan één van beide kanten aan in de rij. Aan beide kanten moet evenveel spelers staan. Het principe is heel gemakkelijk. Overspelen en rechtsom doorlopen naar de overkant en wachten op jouw beurt. Degene die er als eerst niet in slaagt de bal op het speelveld aan de overkant te krijgen, valt af. En dan begint de volgende ronde, totdat er twee spelers overblijven. Zij spelen de finale, een kort partijtje (best of vijf punten). De winnaar krijgt een leven (in ons jargon ook wel upje, diamant of sterretje genoemd). Deze kan ingezet bij een foute bal. Dan lever je het upje in en mag je blijven staan.
Bij de eerste rondes duurt het door de vele deelnemers relatief lang totdat je aan de beurt komt. Met een sukkeldrafje kun je oversteken en nog ben je ruim op tijd voor jouw volgende bal. Maar vanaf de kwartfinale is het rennen, duiken en vliegen. Je slaat de bal en voordat je het weet ben je aan de overzijde alweer aan de beurt. Niet alleen de ledematen draaien overuren, ook de buikspieren worden flink op de proef gesteld. Iedere keer weer bescheuren we ons van het lachen.
Zo heb ik jongens zien duiken om hun beurt te redden. Anderen denken er iets te gemakkelijk over en nemen alle tijd van de wereld om over te steken, niet wetende dat ze de volgende bal alweer moeten ontvangen. Hun eindsprint komt vaak net te laat. En dan zijn er nog de pechvogels. Elke keer zijn het dezelfden die worden getroffen door een netballetje (bal die via het net onhoudbaar aan de overzijde valt) of een bal die de zijkant van de tafel toucheert. In beide gevallen is de deelnemer kansloos en moet hij het deelnemersveld verlaten. Al lachend start de rest de volgende ronde.
Topsport is het niet, maar veel gezelliger kun je het als vriendengroep niet krijgen. Rondom de tafel is een garantie voor een uitmuntende sfeer. De kaartverslaafden willen het luidruchtige tafeltennisgezelschap aanvankelijk nog wel eens van een reprimande voorzien, maar geven de moed niet veel later al op. Het heeft geen zin en ze ergens gunnen ze het ons om plezier te hebben. Beter hier dan in Oberhausen of Deventer onder de brug, zullen ze denken.
Net als de voetbalplaatjes brengt ook het tafeltennis de fijne jeugdherinneringen naar boven. Elke woensdagavond en vrijdagmiddag gingen we naar het wijkcentrum om te pingpongen. Daar was het dringen geblazen, want we waren met een groep van ongeveer zes jongens erg aan elkaar gewaagd en stuk voor stuk beweerden we de beste te zijn. Dat was voor en na de voetbaltrainingen bij Sportclub Enschede iets anders. Ook daar speelden we tafeltennis, maar niet op het scherpst van de snede. Een zakje snoep in de ene hand, lekker pingpongen zonder punten.. Je kent het wel.
De tafeltennisrage is herboren. En Joe beleeft er veel plezier aan, net als in die mooie oude tijd.
28 januari, 2009
Leuk, zo'n inloopkast
Tegenwoordig draait alles om bloot. Zelfs in een reclame voor ontbijtkoek of brilmonturen zijn naakte vrouwen te zien. Gelukkig zijn er ook nog producenten die zonder een aantrekkelijke voor- of achtergevel te laten zien, de kijker aan de buis gekluisterd kunnen houden met hun commercial. Albert Heijn en Centraal Beheer Achmea (Even Apeldoorn bellen) zijn daar goede voorbeelden van. Louter leuke reclames met een vertrouwde cast en een ludiek tintje. Door keer op keer origineel te zijn, vervelen die reclames niet.
Maar je hebt altijd baas boven baas. Al een paar dagen bescheur ik me van het lachen bij het zien van de nieuwste Heineken-commercial. Een echtpaar geeft een rondleiding in het nieuwe huis. De dames krijgen van de gastvrouw een fraaie inloopkast te zien en gaan helemaal uit hun dak. Niet veel later klinkt aan de andere kant van het huis het geschreeuw van de mannen. De vrouwen vallen stil, wat zouden de heren te zien gekregen hebben? (Let op het gezicht van de man met grijze overhemd!)
Maar je hebt altijd baas boven baas. Al een paar dagen bescheur ik me van het lachen bij het zien van de nieuwste Heineken-commercial. Een echtpaar geeft een rondleiding in het nieuwe huis. De dames krijgen van de gastvrouw een fraaie inloopkast te zien en gaan helemaal uit hun dak. Niet veel later klinkt aan de andere kant van het huis het geschreeuw van de mannen. De vrouwen vallen stil, wat zouden de heren te zien gekregen hebben? (Let op het gezicht van de man met grijze overhemd!)
25 januari, 2009
Nostalgie: Voetbalstickers
Het overkomt je dagelijks, dat je terugdenkt aan die mooie oude tijd. Vandaag werd ik tot twee keer toe nadrukkelijk geconfronteerd met twee rages uit mijn jeugdjaren. Het is al laat, dus ik beschrijf vandaag maar even mijn eerste deja vu-ervaring. Ook de tweede zal ik jullie niet onthouden, I promise.
Om vier uur kwam ik aan bij Maestro (de afhaalzaak van mijn neef, waar ik in het weekend als hoofd telefonie (uhum) de helpende hand bied). Daar stond een mooie verrassing voor mij klaar: Ongeveer vierhonderd AH-voetbalstickers. Je kent ze vast van de prachtige reclame, waarin onder andere Giovanni van Bronckhorst, Kenneth Perez en Ron Jans als vakkenvullers fungeren.
Het zit namelijk zo. Bij elke tien euro aan boodschappen krijg je van Albert een pakje met vijf Eredivisiestickers cadeau. Mijn oom slaat op zijn tijd veel (afgeprijsd) drank in voor zijn werk. Nu de prijzenoorlog bij de supermarkten hem bij de Albert Heijn had gebracht, leverde hem dat zo'n vierhonderd voetbalstickers op. De tachtig pakjes kwamen via mijn neven op de zaak terecht, en dus kon ik mij ruim een uur lang uitleven op de achttien selecties van de Eredivisie.
Meteen dacht ik terug aan mijn laatste jaren op de basisschool. Van groep 6 t/m 8 was ik in de ban van de voetbalstickers die verkrijgbaar waren bij de lokale postkantoren. De portemennee van mijn moeder heeft het in die tijd geweten. Elke dag stal ik een gulden of twee om een paar pakjes met voetbalstickers te kunnen kopen. Drie volle boeken (ik meen Eredivisie 1996, 1997 en EK 1996) hield ik eraan over. Ze moeten ergens op zolder liggen, tussen de oude fotoboeken van de familie en de handleidingen van de strijker en de mixer.
Terwijl ik de spelers, logo's, elftalfoto's en trainers op club sorteerde, kwam mijn neef Ferit binnenhuppelen. Ook hij keek aanvankelijk zijn ogen uit. Toen we de dubbelen apart legden (Geert den Ouden, Theo Janssen, Edson Braafheid en het Logo van ADO heb ik minimaal vijf keer voorbij zien komen), kwamen de herinneringen bovendrijven. Mijn neef legde een sticker tussen wijs- en middelvinger en maakte de bekende gooibeweging. 'Bok telt', riep ik terwijl ik de stickers gesorteerd in zakjes deed,. Met een slappe lach begon Ferit te vertellen over plaatjes waar we vroeger een moord voor zouden plegen. 'Die van Louis van Gaal, met de karatetrap. Ik moest en zou die hebben', aldus mijn neef.
Ik geloof dat ik op de helft ben en voor de andere helft heb ik ongeveer hondervijftig dubbelen om te ruilen. Dat boek moet vol, want dan heb ik ook een smoes om neefjes Ruben, Dani en Amanuel gehoorzaam te krijgen. De liefste gaat aan de haal met een compleet Eredivisie-album, verzamelt door de oom die last kreeg van een teruggekeerd jeugdsentiment.
Het zit namelijk zo. Bij elke tien euro aan boodschappen krijg je van Albert een pakje met vijf Eredivisiestickers cadeau. Mijn oom slaat op zijn tijd veel (afgeprijsd) drank in voor zijn werk. Nu de prijzenoorlog bij de supermarkten hem bij de Albert Heijn had gebracht, leverde hem dat zo'n vierhonderd voetbalstickers op. De tachtig pakjes kwamen via mijn neven op de zaak terecht, en dus kon ik mij ruim een uur lang uitleven op de achttien selecties van de Eredivisie.
Meteen dacht ik terug aan mijn laatste jaren op de basisschool. Van groep 6 t/m 8 was ik in de ban van de voetbalstickers die verkrijgbaar waren bij de lokale postkantoren. De portemennee van mijn moeder heeft het in die tijd geweten. Elke dag stal ik een gulden of twee om een paar pakjes met voetbalstickers te kunnen kopen. Drie volle boeken (ik meen Eredivisie 1996, 1997 en EK 1996) hield ik eraan over. Ze moeten ergens op zolder liggen, tussen de oude fotoboeken van de familie en de handleidingen van de strijker en de mixer.
Terwijl ik de spelers, logo's, elftalfoto's en trainers op club sorteerde, kwam mijn neef Ferit binnenhuppelen. Ook hij keek aanvankelijk zijn ogen uit. Toen we de dubbelen apart legden (Geert den Ouden, Theo Janssen, Edson Braafheid en het Logo van ADO heb ik minimaal vijf keer voorbij zien komen), kwamen de herinneringen bovendrijven. Mijn neef legde een sticker tussen wijs- en middelvinger en maakte de bekende gooibeweging. 'Bok telt', riep ik terwijl ik de stickers gesorteerd in zakjes deed,. Met een slappe lach begon Ferit te vertellen over plaatjes waar we vroeger een moord voor zouden plegen. 'Die van Louis van Gaal, met de karatetrap. Ik moest en zou die hebben', aldus mijn neef.
Ik geloof dat ik op de helft ben en voor de andere helft heb ik ongeveer hondervijftig dubbelen om te ruilen. Dat boek moet vol, want dan heb ik ook een smoes om neefjes Ruben, Dani en Amanuel gehoorzaam te krijgen. De liefste gaat aan de haal met een compleet Eredivisie-album, verzamelt door de oom die last kreeg van een teruggekeerd jeugdsentiment.
23 januari, 2009
De soap die Feyenoord heet (3)
Dubbelfunctie voor Been, Vlemmings mag de schade proberen te beperken
Feyenoord is een zinkend schip dat dit seizoen niet meer boven zal kunnen komen drijven. Dat gaat ook moeilijk als Kevin Hofland, Theo Lucius en Serginho Greene als matrozen. Hun steun aan kapiteins Bronckhorst en Makaay is het hele seizoen al uitgebleven en ik verwacht niet anders dan dat ze in de zomer helemaal zullen verdrinken. Een aantal zal het kopje boven water weten te houden. Maar dat de bezem (of in dit geval misschien dweil) door de selectie (het schip) moet, is duidelijk.
Als ik de toppers van Feyenoord 1 moet geloven is Leon Vlemmings een capabele man die goed in staat is om het zinkende schip niet helemaal naar de bodem te laten doen zakken. Aangezien hij voor een paar miljoen als assistent is losgeweekt bij NAC (hoe dom kun je zijn), mag hij de kwakkelende groep de komende vijf maanden van snorkels en duikbrillen voorzien. Krijgt de club ook nog een beetje waar voor haar geld.
Ondertussen biedt iedereen zich aan om het gat dat Gertjan Verbeek heeft achtergelaten voor een half jaar op te vullen. Leo Beenhakker, Willem van Hanegem en zelfs John de Wolff. Lijkt me geen goed plan. De eerste twee hebben twee oorlogen meegemaakt en zijn niet meer van deze tijd. Een ploeg als Feyenoord snakt naar een jonge en energieke coach die begrijpt wat de spelersgroep nodig heeft. Misschien is dit ook wel het probleem van de Rotterdamse club. Ongeschikte personen willen allemaal toetreden tot de technische staf om het tij te laten doen keren. Als ik zie wat er de laatste jaren is ingekocht, hoe de financiële situatie is en wat er is gepresteerd op het veld, dan kun je niet anders concluderen dan dat er vrijwel alleen maar onwetende prutsers hebben gezeten.
Als ik de toppers van Feyenoord 1 moet geloven is Leon Vlemmings een capabele man die goed in staat is om het zinkende schip niet helemaal naar de bodem te laten doen zakken. Aangezien hij voor een paar miljoen als assistent is losgeweekt bij NAC (hoe dom kun je zijn), mag hij de kwakkelende groep de komende vijf maanden van snorkels en duikbrillen voorzien. Krijgt de club ook nog een beetje waar voor haar geld.
Ondertussen biedt iedereen zich aan om het gat dat Gertjan Verbeek heeft achtergelaten voor een half jaar op te vullen. Leo Beenhakker, Willem van Hanegem en zelfs John de Wolff. Lijkt me geen goed plan. De eerste twee hebben twee oorlogen meegemaakt en zijn niet meer van deze tijd. Een ploeg als Feyenoord snakt naar een jonge en energieke coach die begrijpt wat de spelersgroep nodig heeft. Misschien is dit ook wel het probleem van de Rotterdamse club. Ongeschikte personen willen allemaal toetreden tot de technische staf om het tij te laten doen keren. Als ik zie wat er de laatste jaren is ingekocht, hoe de financiële situatie is en wat er is gepresteerd op het veld, dan kun je niet anders concluderen dan dat er vrijwel alleen maar onwetende prutsers hebben gezeten.
Terug naar de trainers. Don Leo is van het eerder genoemde drietal misschien nog het meest geschikt. Maar die man gaat op elk continent de uitdaging aan. Als Antartica FC zich nu bij hem meldt om ze te behoeden van degradatie in de competitie met Alaska United, South Pole en Land Green, zegt hij ook geen nee. Bovendien mocht hij twee seizoenen terug laten zien in hoeverre hij een schokeffect kan veroorzaken bij de grootste club uit Rotterdam. Zo'n geweldig succes werd dat niet. Nee, Beenhakker moet eerlijk zijn en toegeven dat ook hij dit Feyenoord niet meer aan de praat zal krijgen. 'Oh nee, niet weer hij', zal de eerste reactie zijn van de halve selectie als hij wordt aangesteld voor de rest van het seizoen.
De Kromme durft wel. Met Jitse ben ik bij de TOS (businness club van FC Twente) geweest toen Johan Derksen er gastspreker was. Derksen noemde Van Hanegem, die toch jaren zijn vriend was geweest, hypocriet en achterbaks. Hoewel ik eerst verbaasd reageerde, kan ik de grove kwalificaties van de hoofdredacteur van VI nu alleen maar beamen. Van Hanegem heeft zich bij FC Utrecht heel hard voor schut gezet. Niet alleen degradeerde hij de Domstedelingen van subtopper tot laagvlieger, ook heeft hij in de kwestie met de vier ontslagen trainers aangetoond over geen enkele persoonlijkheid meer te beschikken. Ik zou Van Hanegem haast een slecht mens noemen.
Als analiticus vond ik het al een kwal. Het is maar goed dat ze hem niet per woord betaalden, want dan had hij nu waarschijnlijk zonder onderdak gezeten. Nooit heb ik hem kunnen betrappen op een inhoudelijk goede opmerking over voetbal. De rapporten na zijn vertrek bij Utrecht waren ook zeer negatief: Tactisch zwak, bij regen geen training en maximaal één training per dag. 'Dat vonden de spelers prachtig', reageerde de ontslagen John van Loen. Bij Feyenoord zullen ze het ook prachtig vinden na de lange dagen met Verbeek. Maar of het hun voetbal ten goede zal komen is de vraag. Voor dit team is nog heel veel werk aan de winkel, en de automismen waar ze nu naar op zoek zijn, krijg je er niet in met een lakse, incapabele trainer.
Bij John de Wolff kan ik het kort houden. Die man heeft maar één hoogtepunt gehad in zijn leven en dat is dat hij tussen de benen heeft gelegen van een vrouw waarmee ook David Beckham de liefde bedreef. De voormalig houthakker baarde als speler al opzien met zijn tactische onwetendheid. Het enige dat de Wolff kon, was spitsen uit de wedstrijd schoppen. Misschien dat hij Kevin Hofland maar eens onder zijn hoede moet nemen. Maar hoofdtrainer worden bij Feyenoord 1, laat me niet lachen!
Dan zoeken we alleen nog iemand die de vacante functie na de zomer zal invullen. Er is maar één man die dat verdient, en dat is Mario Been. Met zijn aanstelling zal iedereen kunnen leven. Het Legioen kijkt tijdens de wedstrijden in de Kuip neer op een gretige Rotterdammer. Been is een aimabel persoon die momenteel bij NEC laat zien het beste bij spelers naar boven te kunnen halen. Of gaan we nu beweren dat Peter Wisgerhof, Bas Sibum en Youssef El-Akchaoui natuurtalenten zijn? Nee!
NEC speelt herkenbaar en aanvallend voetbal. Been baart er bovendien opzien met zijn aankoopbeleid. Lasse Schöne is een schot in de roos, Ramon Zomer past perfect bij de club en ook in de aanval is versterkt met een paar goede namen (Rommedahl, Bouaouzan en John). Ook daar kan het kooplustige Feyenoord dus hoop uit putten. Sterker nog, ik had die man een dubbelfunctie gegeven. Laat hem als technisch directeur ook maar de aankopen doen. Been verdient het, kan het en wil het. Waar wachten ze nog op?
Bij John de Wolff kan ik het kort houden. Die man heeft maar één hoogtepunt gehad in zijn leven en dat is dat hij tussen de benen heeft gelegen van een vrouw waarmee ook David Beckham de liefde bedreef. De voormalig houthakker baarde als speler al opzien met zijn tactische onwetendheid. Het enige dat de Wolff kon, was spitsen uit de wedstrijd schoppen. Misschien dat hij Kevin Hofland maar eens onder zijn hoede moet nemen. Maar hoofdtrainer worden bij Feyenoord 1, laat me niet lachen!
Dan zoeken we alleen nog iemand die de vacante functie na de zomer zal invullen. Er is maar één man die dat verdient, en dat is Mario Been. Met zijn aanstelling zal iedereen kunnen leven. Het Legioen kijkt tijdens de wedstrijden in de Kuip neer op een gretige Rotterdammer. Been is een aimabel persoon die momenteel bij NEC laat zien het beste bij spelers naar boven te kunnen halen. Of gaan we nu beweren dat Peter Wisgerhof, Bas Sibum en Youssef El-Akchaoui natuurtalenten zijn? Nee!
NEC speelt herkenbaar en aanvallend voetbal. Been baart er bovendien opzien met zijn aankoopbeleid. Lasse Schöne is een schot in de roos, Ramon Zomer past perfect bij de club en ook in de aanval is versterkt met een paar goede namen (Rommedahl, Bouaouzan en John). Ook daar kan het kooplustige Feyenoord dus hoop uit putten. Sterker nog, ik had die man een dubbelfunctie gegeven. Laat hem als technisch directeur ook maar de aankopen doen. Been verdient het, kan het en wil het. Waar wachten ze nog op?
16 januari, 2009
De soap die Feyenoord heet (2)
Wat u nog niet wist..
'Er is iets voorgevallen tijdens de training' en 'het publiek weet de helft nog niet van wat er is voorgevallen de voorbije weken', klinkt het even na de breuk tussen Verbeek en Feyenoord. Dat akelige en veel te geheimzinnige woordje 'er' geeft alleen al aan dat heel Feyenoord een mysterie is.
Rotterdam-Zuid barst van de raadsels en dus is het mijn plicht om als journalist in spe te achterhalen wat zich daar allemaal heeft afgespeeld. En dat heb ik gedaan. Ik ben op zoek gegaan naar nauw bij de club betrokken bronnen die mij konden onthullen waarom het huwelijk Verbeek-Feyenoord vroegtijdig is beëindigd. Jozef Kiprich (oud-speler), Lee Towers (zanger van het clublied) en Arnold Scholten (jeugdtrainer) klappen uit de school als ik ze vraag naar de gebeurtenissen die tijdens het trainingskamp voorafgingen aan het ontslag van Gert-Jan Verbeek. Ik heb hun onthullingen even op een rijtje gezet.
- Al op de eerste dag van het trainingskamp in Belek gaat het mis. De spelers verzamelen zich 's middags voor de eerste training. Tijdens het afrondende partijspel wil Kevin Hofland het doel onder vuur nemen. Niet zonder gevolgen. De afzwaaier van de centrale verdediger belandt in het gezicht van Georginio Wijnaldum. Het talent verliest daarop één van zijn voorste melktandjes. Nadat Wijnaldum zijn tandje heeft gevonden op het droge gras, verlaat hij het veld. De volgende ochtend verschijnt hij niet op de training. Als trainer Gert-Jan Verbeek na de training een bezoek brengt aan zijn middenvelder, ziet hij hem huilen. Wijnaldum: 'Ik heb het tandje onder mijn kussen gelegd, maar de tandenfee is niet langsgeweest.' De puber spreekt bovendien van heimwee en krijgt van de coach toestemming om het trainingskamp in de Turkse Riviera te verlaten.
- Dag 3 in Belek: Gert-Jan Verbeek heeft een fietstocht gepland voor zijn selectie. De spelers stappen op de mountainbike, maar halverwege de route slaat het noodlot opnieuw toe. Weer is Kevin Hofland de boosdoener. De verdediger glijdt onderuit als hij het bidonnetje onder zijn stang wil pakken. Hofland houdt schaafwonden op beide knieën over en moet de eerstvolgende trainingen overslaan.
- Karim El Ahmadi botst op dag vier met trainer Verbeek als die hem vraagt tien keer op te drukken. De middenvelder begint met tegenzin aan de strafoefening en schreeuwt het vervolgens uit van de pijn. Wat blijkt, de Marokkaan heeft bij het opdrukken twee ribben van zijn kippenborstje gebroken. El Ahmadi scheldt Verbeek de huid vol. De trainer stuurt zijn speler daarop naar huis.
'Er is iets voorgevallen tijdens de training' en 'het publiek weet de helft nog niet van wat er is voorgevallen de voorbije weken', klinkt het even na de breuk tussen Verbeek en Feyenoord. Dat akelige en veel te geheimzinnige woordje 'er' geeft alleen al aan dat heel Feyenoord een mysterie is.
Rotterdam-Zuid barst van de raadsels en dus is het mijn plicht om als journalist in spe te achterhalen wat zich daar allemaal heeft afgespeeld. En dat heb ik gedaan. Ik ben op zoek gegaan naar nauw bij de club betrokken bronnen die mij konden onthullen waarom het huwelijk Verbeek-Feyenoord vroegtijdig is beëindigd. Jozef Kiprich (oud-speler), Lee Towers (zanger van het clublied) en Arnold Scholten (jeugdtrainer) klappen uit de school als ik ze vraag naar de gebeurtenissen die tijdens het trainingskamp voorafgingen aan het ontslag van Gert-Jan Verbeek. Ik heb hun onthullingen even op een rijtje gezet.
- Al op de eerste dag van het trainingskamp in Belek gaat het mis. De spelers verzamelen zich 's middags voor de eerste training. Tijdens het afrondende partijspel wil Kevin Hofland het doel onder vuur nemen. Niet zonder gevolgen. De afzwaaier van de centrale verdediger belandt in het gezicht van Georginio Wijnaldum. Het talent verliest daarop één van zijn voorste melktandjes. Nadat Wijnaldum zijn tandje heeft gevonden op het droge gras, verlaat hij het veld. De volgende ochtend verschijnt hij niet op de training. Als trainer Gert-Jan Verbeek na de training een bezoek brengt aan zijn middenvelder, ziet hij hem huilen. Wijnaldum: 'Ik heb het tandje onder mijn kussen gelegd, maar de tandenfee is niet langsgeweest.' De puber spreekt bovendien van heimwee en krijgt van de coach toestemming om het trainingskamp in de Turkse Riviera te verlaten.
- Dag 3 in Belek: Gert-Jan Verbeek heeft een fietstocht gepland voor zijn selectie. De spelers stappen op de mountainbike, maar halverwege de route slaat het noodlot opnieuw toe. Weer is Kevin Hofland de boosdoener. De verdediger glijdt onderuit als hij het bidonnetje onder zijn stang wil pakken. Hofland houdt schaafwonden op beide knieën over en moet de eerstvolgende trainingen overslaan.
- Karim El Ahmadi botst op dag vier met trainer Verbeek als die hem vraagt tien keer op te drukken. De middenvelder begint met tegenzin aan de strafoefening en schreeuwt het vervolgens uit van de pijn. Wat blijkt, de Marokkaan heeft bij het opdrukken twee ribben van zijn kippenborstje gebroken. El Ahmadi scheldt Verbeek de huid vol. De trainer stuurt zijn speler daarop naar huis.
- Op de laatste dag van het trainingskamp ontstaat een soort van 'clanwar' in de kleedkamer. Drie brookies - Kevin Wattamaelo, Kermit Erasmus en Leroy Fer - vonden de sfeer in de selectie te grimmig en trachtten die te verbeteren met een paar ludieke acties. Wattamaelo zaagt de noppen onder de schoenen van reserve-doelman Rob van Dijk af, Erasmus smeert pindakaas in de schone boxershort van Roy Makaay en Fer heeft de sokken van Tim de Cler en Michael Mols in de vriezer gegooid. De routiniers kunnen er de lol niet van inzien en reageren woest als ze de schade aantreffen. De daders moeten het ontgelden en wat volgt is een massagevecht tussen jong en oud waarbij Rambo uit Deventer de spelers zelfs niet uit elkaar kan krijgen.
Terug in Nederland wordt het bestuur ingelicht over de gebeurtenissen tijdens het trainingskamp. Gert-Jan Verbeek neemt nog één keer de moeite om de neuzen dezelfde richting in te krijgen. Maar de coach voelt geen vertrouwen en stapt ook naar het bestuur, dat dan al heeft besloten over zijn toekomst. Verbeek kan zijn spullen pakken vanwege een gebrek aan vertrouwen vanuit de selectie. De zwarte dag in De Kuip gaat voorbij aan Kevin Hofland. De oud-internationaal heeft diezelfde ochtend zijn enkelband gescheurd bij het verschonen van de vogelkooi.
14 januari, 2009
De soap die Feyenoord heet (1)
Braveheart kopje onder in eigen Fitnessruimte
Arme Gert-Jan Verbeek! Dacht ie na de overwinning op NAC (3-1, op Tweede Kerstdag) zijn kontje voorlopig te hebben gered, wordt 'ie na de jaarwisseling en Driekoningen alsnog de Kuip uitgemieterd. Erg jammer, want ik zag de Rambo uit Deventer de Rotterdamse volksclub nog wel terugbrengen aan de top van Nederland. In een half jaar tijd is hem dat in ieder geval niet gelukt. Feyenoord staat twaalfde, heeft zich in Europa flink te kijk gezet en beschikt over een selectie die zich vaker meldt bij de Eerste Hulp dan op het trainingsveld, of beter gezegd het fitnesscenter van de Kuip.
En dat is waar Braveheart, zoals de selectie hem aan het eind gekscherend noemde, zich flink in de vingers heeft gesneden. Bikkelen is voor de fysieke jongens van tussen de twintig en dertig jaar. En laat Verbeek nou net een selectie hebben waar de spelers buiten die leeftijdscategorie vallen. Bij Feyenoord staan dit seizoen spelers op het veld die óf hun jeugdpuistjes nog aan het uitdrukken zijn, óf even daarvoor met een rollator en grijze haren het vernieuwde complex hebben betreden. Verbeek wilde spierballen kweken, maar dan moet je daar wel een geschikte groep voor hebben en die was in Rotterdam-Zuid niet aanwezig.
In zijn laatste duel als trainer van Feyenoord, die tegen NAC dus, kregen veertien spelers minuten van coach Verbeek. De opstelling: Rob van Dijk (39); Theo Lucius (32), Dwight Tiendalli (23), Timothy Derijck (21), Kevin Wattamaelo (19); Georginio Wijnaldum (18), Leroy Fer (18), Gio (33), Diego Biseswar (20); Roy Makaay (33) en Andwélé Slory (26). Invallers: Kelvin Leerdam (18), Kermit Erasmus (18) en Luis Pedro (18). Vier spelers met puddingarmpjes en beentjes die de dertig ruimschoots zijn gepasseerd en blij zijn als ze het dagelijks een uurtje volhouden op het trainingsveld. En zeven tieners, nog volop in de groei, die nog nooit van bankdrukken of cardioloop gehoord hebben.
De meeste spelers die hij vanaf het begin van het seizoen tot zijn beschikking had, waren gezien hun leeftijd en fysieke gesteldheid niet (meer) bij machte om dagelijks uren door te brengen achter de fitnessapparaten in de Kuip. De blessures (Landzaat, De Cler, Hofland, Mols, Makaay, Greene, Slory, El Ahmadi enz.) vertellen eigenlijk ook alles. Braveheart heeft zichzelf overschat.
Arme Gert-Jan Verbeek! Dacht ie na de overwinning op NAC (3-1, op Tweede Kerstdag) zijn kontje voorlopig te hebben gered, wordt 'ie na de jaarwisseling en Driekoningen alsnog de Kuip uitgemieterd. Erg jammer, want ik zag de Rambo uit Deventer de Rotterdamse volksclub nog wel terugbrengen aan de top van Nederland. In een half jaar tijd is hem dat in ieder geval niet gelukt. Feyenoord staat twaalfde, heeft zich in Europa flink te kijk gezet en beschikt over een selectie die zich vaker meldt bij de Eerste Hulp dan op het trainingsveld, of beter gezegd het fitnesscenter van de Kuip.
En dat is waar Braveheart, zoals de selectie hem aan het eind gekscherend noemde, zich flink in de vingers heeft gesneden. Bikkelen is voor de fysieke jongens van tussen de twintig en dertig jaar. En laat Verbeek nou net een selectie hebben waar de spelers buiten die leeftijdscategorie vallen. Bij Feyenoord staan dit seizoen spelers op het veld die óf hun jeugdpuistjes nog aan het uitdrukken zijn, óf even daarvoor met een rollator en grijze haren het vernieuwde complex hebben betreden. Verbeek wilde spierballen kweken, maar dan moet je daar wel een geschikte groep voor hebben en die was in Rotterdam-Zuid niet aanwezig.
In zijn laatste duel als trainer van Feyenoord, die tegen NAC dus, kregen veertien spelers minuten van coach Verbeek. De opstelling: Rob van Dijk (39); Theo Lucius (32), Dwight Tiendalli (23), Timothy Derijck (21), Kevin Wattamaelo (19); Georginio Wijnaldum (18), Leroy Fer (18), Gio (33), Diego Biseswar (20); Roy Makaay (33) en Andwélé Slory (26). Invallers: Kelvin Leerdam (18), Kermit Erasmus (18) en Luis Pedro (18). Vier spelers met puddingarmpjes en beentjes die de dertig ruimschoots zijn gepasseerd en blij zijn als ze het dagelijks een uurtje volhouden op het trainingsveld. En zeven tieners, nog volop in de groei, die nog nooit van bankdrukken of cardioloop gehoord hebben.
De meeste spelers die hij vanaf het begin van het seizoen tot zijn beschikking had, waren gezien hun leeftijd en fysieke gesteldheid niet (meer) bij machte om dagelijks uren door te brengen achter de fitnessapparaten in de Kuip. De blessures (Landzaat, De Cler, Hofland, Mols, Makaay, Greene, Slory, El Ahmadi enz.) vertellen eigenlijk ook alles. Braveheart heeft zichzelf overschat.
Abonneren op:
Posts (Atom)