De verjaardagen van mijn neefjes en nichtjes kunnen vergeleken worden met een dagje vertoeven in een kinderdagverblijf. Na donderdag kan ik dan ook de functie van peuterleider toevoegen aan mijn CV.
De verjaardag van Dani, tweede zoon van mijn op één na oudste broer, begon (ik had het graag anders gezien) met een stukje heropvoeding. Mams en ik waren de auto nog niet uitgestapt of de voordeur ging open. Helemaal niet erg, als je als Jarige Jop verheugd bent met de komst van je oom en oma. Dat kon ik alleen niet echt uit Dani opmaken. Als die kleine kijkertjes van hem konden prikken, had ie tientallen gaten gehad in zijn nieuwe Ajax-dekbed. En dus dwong hij mij tot het uitstellen van de felicitaties. 'Dani, het cadeau rent echt niet weg. Als je de deur opent, begin je te zeggen dat je het leuk vindt dat de gasten zijn gekomen. En dan volgt het cadeau vanzelf.' Hij knikte nederig, uit angst dat ik het cadeau niet meer zou overhandigen. Het is dat we op die leeftijd allemaal van die hebberige trekjes vertoonden, anders had deze kleine opdonder diezelfde avond gewoon weer zo'n grauwgrijs HEMA-laken over zich heen getrokken.
Een wat geforceerd begin, maar het ergste zou nog komen. Beter had ik Dani direct zijn cadeau in zijn hand gedrukt, mijn patta's en dubbelzijdige jacket de hoek in gesmeten en was ik als Hulk Hogan de woonkamer binnengestormd. In een hel kwam ik. Alsof je je balkondeur opent, de gordijnen lostrekt en een tsunami op je af ziet komen.
Het laminaat was nu nog net zichtbaar, maar over een jaar of drie denk ik dat mijn broer er goed aan doet De Efteling af te huren. Kunnen alle puzzels, computergames en barbiepoppen in de kast blijven, hoeven de balafdrukken niet van de ramen gepoetst te worden en draait de frituurpan ook geen overuren.
Hoe kan dat dan? Nou, mijn schoonzus komt uit een konijnenfamilie. Haar broers en zussen lusten er wel pap van. Nog geen dertig jaar, maar al wel drie of vier kinderen. En dan zijn ze met elf kinderen. Zes of zeven zijn gesetteld en al, dus ga maar na. Zeven maal drie.. Afijn, het was een drukke bende. Dat valt op, als je ze allemaal in een doodgewoon rijtjeshuis drukt.
Joe heeft er nog hoofdpijn van. Nou moet ik alleen niet generaliseren, want een aantal gedroeg zich voorbeeldig. Er zaten een paar poppetjes tussen hoor. Een uur lang wipten ze zonder een woord te zeggen heen en weer op de schommel. Geef ze een waterijsje en die kleine stembandjes bevriezen. Die schele oogjes laten de lekkende Fruit-Joy niet meer los.
Wat je ook altijd ziet bij kinderen, zijn baasspelers en meelopers. Eén jongedame, meestal een jaar of tien oud, zwaait de scepter en leest de iets jongere kids de les. 'We gaan vadertje-moedertje spelen. Ik ben de moeder, er is geen vader en jullie zijn allemaal mijn kinderen. Luisteren naar wat mama jullie zegt, ok? Nee Michel, we doen zonder vader. Waarom? Omdat ik dat zeg. Hij is al lang dood, nou goed? Kom op. Stephanie, jij haalt even een paar pannen bij tante Mirjam. Natasha, zoek even een doosje dat we als televisie kunnen gebruiken.' Zonder gemopper luisterden ze naar mama Lisa, de dirigente. Joe kon er wel om lachen. Al had ik het ook niet erg gevonden als één van die kleine tuigjes haar uit het niets een tik op bek had verkocht. 'Je gaat mij niet vertellen wat ik moet doen, kutwijf.'
Dan heb je Jozef en Ruben nog. Jozef en Ruben zijn ongeveer even oud. Guess what? Jozef is de oom van Ruben. Hoe kan dat? Ja, dat kan. Waar het op neerkomt is dat bij moeder en dochter ongeveer op hetzelfde ogenblik de stroom is uitgevallen. Dertien jaar later staan er twee trendgevoelige pubers in de achtertuin met een bal onder de voet. Afgezakte broek, felgekleurde patta's en misschien wel hét kenmerk van de huidige hangjongeren: vier vingers in de broekzak en de duim erboven. Ze doen weinig. Zo nu en dan trachtten ze er een 'akka' uit te gooien, dan zetten ze het petje recht (scheef dus) en verder staren ze hun kleine neefjes en nichtjes na.
Een aantal vrouwen heeft net de kraamafdeling verlaten en draagt een pasgeboren baby mee. Drie tel ik er. De één krijst als een kraai, de tweede zuigt aan een knop en de laatste is in dromenland. Dan blijft er nog één dreumes over: Elias. Een ventje van drie met flapoortjes, krullend donker haar en een met chocolade besmeurde mond. Elias draagt een leuke tuinbroek en leuke sportschoentjes. Ik heb me bescheurd om die jongen. Elias heeft een structureel probleem, namelijk dat hij moeite heeft overeind te blijven. Met Ruben en Jozef lach ik in een deuk toen hij over een tuinlampje viel. Tien tellen later lag Elias weer languit, ditmaal had 'ie het drempeltje over het hoofd gezien. En gewoon weer opstaan he. Zonder gehuil, met de handjes het vuil van de knietjes slaan en doorlopen.
De volgende verjaardag is in april. Dan wordt Ruben veertien. Of ik er dan bij ben? Ik weet het niet. Denk niet dat ze mij zullen missen..