'Ik zal maar niet vragen wat je studeert', was de oh zo originele openingszin van mijn trouwe webloglezers de afgelopen dagen. Ik kon er wel om lachen. Dan denken ze dat ik liever niet praat over mijn studie. Dat is niet waar. Wat ik met het vorige blog eigenlijk duidelijk wilde maken, is dat je niet bijster intelligent hoeft te zijn om met mij een eind weg te lullen over het vak journalistiek. Wek alleen de indruk dat je oprecht geïnteresseerd bent in mijn vakgebied. Dat je dan nog zo dom bent als een ezel, is niet eens zo erg. Dít overkwam me laatst en ik kan het nog niet geloven.
Paps schreeuwt me wakker. 'Johan, er is visite. Kom zo snel mogelijk beneden.' Een paar tellen later slenter ik, in mijn hoofd al speculerend over wie er in de woonkamer kan zitten, de trap af. Is het een neef of nicht uit Zweden, die onaangekondigd de familie is komen bezoeken? Of zijn het verre kennissen, die een stel pubers mee hebben, dat er verveeld bijzit en vermaakt moet worden?
Het bezoek was afkomstig uit Zwitserland. Had Mr. Inan een handgemaakte Rolex besteld? Nee! Het waren kennissen. Een man van ongeveer 65 jaar die zijn dochter van rond de 25 bij zich had.
Paps schreeuwt me wakker. 'Johan, er is visite. Kom zo snel mogelijk beneden.' Een paar tellen later slenter ik, in mijn hoofd al speculerend over wie er in de woonkamer kan zitten, de trap af. Is het een neef of nicht uit Zweden, die onaangekondigd de familie is komen bezoeken? Of zijn het verre kennissen, die een stel pubers mee hebben, dat er verveeld bijzit en vermaakt moet worden?
Het bezoek was afkomstig uit Zwitserland. Had Mr. Inan een handgemaakte Rolex besteld? Nee! Het waren kennissen. Een man van ongeveer 65 jaar die zijn dochter van rond de 25 bij zich had.
De man is druk aan het gebaren richting mijn vader. Het gaat niet over koetjes en kalfjes, merk ik als ik onderaan de trap vluchtig nog een keer in de spiegel kijk. De Zwitserse man (uiteraard ook van Aramese komaf) lucht zijn hart bij mijn vader, die zich door de jaren heen een beetje heeft ontpopt tot de Dr. Phill van onze gemeenschap. Familieproblemen, dat kan niet anders.
De man ziet mij uit zijn ooghoek verschijnen. Zijn sombere blik verandert in een vrolijke, sympathieke. Hij onderbreekt de conversatie met mijn vader, staat op en geeft me een warme knuffel. Zonder dat ik een woord met hem gewisseld, heb ik al bewondering voor hem. Vaak genoeg heb ik meegemaakt dat er een arrogante kwal zat die me een hand gaf zonder me aan te kijken. Uit angst dat 'ie zijn woorden zou vergeten ofzo..
'Weet je wie het is?', vraagt paps. 'Natuurlijk', zeg ik. 'Uit Zwitserland toch?' Pap knikt en is zichtbaar trots dat ik hem heb herkent. Mijn vader is een aparte wat dat betreft. Ik ken hem door en door. Als ik de woonkamer binnensjok, heb ik aan een klein beetje oogcontact genoeg om te kunnen zien of hij blij is met de bezoekers of niet. Is hij dat wel, dan zet hij een grijns van oor tot oor op en is hij dat niet, dan blijft hij rustig zitten en staart 'ie als een zombie voor zich uit.
Ik meen dat het 2002 was, toen ik met mijn ouders op bezoek was bij deze mensen uit Zwitserland. Hun gastvrijheid is me bijgebleven. Daarnaast herinner ik me dat ze een zoon hadden van mijn leeftijd. En dat klopt. De lieve meneer vertelt over zijn gezin. Zeven dochters had 'ie al, toen God hem een gezonde zoon schonk. Die jongen blijkt een maand jonger dan ik.
Ik meen dat het 2002 was, toen ik met mijn ouders op bezoek was bij deze mensen uit Zwitserland. Hun gastvrijheid is me bijgebleven. Daarnaast herinner ik me dat ze een zoon hadden van mijn leeftijd. En dat klopt. De lieve meneer vertelt over zijn gezin. Zeven dochters had 'ie al, toen God hem een gezonde zoon schonk. Die jongen blijkt een maand jonger dan ik.
De aardige meneer bedelft mijn ouders onder de lofuitingen. 'Zelden heb ik zulke lieve en gastvrije mensen als jullie meegemaakt. De manier waarop jullie ons toen hebben opgevangen, zal ik nooit vergeten.' Mijn moeder kaatst de bal netjes terug. 'Jullie zijn geweldige mensen en wij zagen het als onze plicht. Het waren prachtige tijden en het is jammer dat we elkaar nog zo weinig zien.' Mijn vader knikt bevestigend en zegt dan droog. 'Misschien moeten we maar naar Zwitserland verhuizen?'
Als mijn ouders en hun gast geen lovende woordjes meer kunnen vinden, krijgt het gesprek een voorspelbare wending. Terwijl mijn moeder, die aan de wandel is geslagen met de lege kopjes koffie, op de achtergrond nog wat namompelt, begint de man over mijn studie. Hij kijkt me lief aan en vraagt wat ik studeer. De nieuwsgierigheid druipt van het verrimpelde koppie.
- 'Jour-na-lis-tiek', zeg ik met extra nadruk op elke lettergreep.
Als mijn ouders en hun gast geen lovende woordjes meer kunnen vinden, krijgt het gesprek een voorspelbare wending. Terwijl mijn moeder, die aan de wandel is geslagen met de lege kopjes koffie, op de achtergrond nog wat namompelt, begint de man over mijn studie. Hij kijkt me lief aan en vraagt wat ik studeer. De nieuwsgierigheid druipt van het verrimpelde koppie.
- 'Jour-na-lis-tiek', zeg ik met extra nadruk op elke lettergreep.
* 'Journalistiek?'
- 'Televisie, radio, krant'
* 'Ah, natuurlijk. Journalistiek.'
Een wat stroef begin. Maar de man blijft mij bestrooien met vragen, terwijl hij toch voor iets heel anders bij mijn ouders heeft aangeklopt. Eén van zijn dochters ligt in scheiding. Die kans heb je natuurlijk als ze alle zeven al in het huwelijksbootje zijn gestapt. Niet dat mijn vader er ervaring mee heeft, maar de jongen waarmee ze in de clinch ligt, komt uit Enschede en is ook een bekende van ons. Daardoor is mijn vader de gedoodverfde bemiddelaar.
Afijn. Mr. Swiss wil meer over mijn studie weten en ik besluit om hem duidelijkheid te verschaffen met iets dat hij uit zijn eigen belevingswereld zal herkennen. Als toekomstig sportjournalist is er maar één link te bedenken als je een Zwitser wil vertellen over jouw vak. Inderdaad: Roger Federer. Gaan we weer!
- Er loopt er eentje bij jullie rond die ik ooit te pakken zal krijgen.
Een wat stroef begin. Maar de man blijft mij bestrooien met vragen, terwijl hij toch voor iets heel anders bij mijn ouders heeft aangeklopt. Eén van zijn dochters ligt in scheiding. Die kans heb je natuurlijk als ze alle zeven al in het huwelijksbootje zijn gestapt. Niet dat mijn vader er ervaring mee heeft, maar de jongen waarmee ze in de clinch ligt, komt uit Enschede en is ook een bekende van ons. Daardoor is mijn vader de gedoodverfde bemiddelaar.
Afijn. Mr. Swiss wil meer over mijn studie weten en ik besluit om hem duidelijkheid te verschaffen met iets dat hij uit zijn eigen belevingswereld zal herkennen. Als toekomstig sportjournalist is er maar één link te bedenken als je een Zwitser wil vertellen over jouw vak. Inderdaad: Roger Federer. Gaan we weer!
- Er loopt er eentje bij jullie rond die ik ooit te pakken zal krijgen.
* Wie?
- Roger Federer!
* Roger wie?
- Roger Federer, de beste tennisser ooit.
* Ken ik niet. Nog nooit van gehoord.
- Roger Federer!
* Roger wie?
- Roger Federer, de beste tennisser ooit.
* Ken ik niet. Nog nooit van gehoord.
Die houdt me voor de gek, denk ik. Dat kan niet. Iedereen op planeet aarde weet wie Roger Federer is. Hebben deze mensen de laatste tien jaar in een grot gewoond? Wonen ze op het hoogste punt in de Alpen waar geen krantenjongen kan komen op zijn fietsje? Ik ga nog net niet met mijn handen door mijn haar. Dit kan toch niet!
Het ergste komt dan nog. Dan kijk je links uit en reken je op een bevestigende knik van de dochter. Op een bescheiden manier, met één hand onder de kin. Met een glimlach zo van, 'ik ken 'em wel hoor. Maak je verhaal maar af.' Maar nee hoor. De jongedame schudt d'r hoofd ook van links naar rechts. Een meid met ongeveer dezelfde leeftijd. Wellicht heeft ze ooit nog met hem geknikkerd, of zaten ze samen op zwemles. Nee hoor, al sla je d'r dood. 'Roger Federer, ik zou het echt niet weten.'
Het ergste komt dan nog. Dan kijk je links uit en reken je op een bevestigende knik van de dochter. Op een bescheiden manier, met één hand onder de kin. Met een glimlach zo van, 'ik ken 'em wel hoor. Maak je verhaal maar af.' Maar nee hoor. De jongedame schudt d'r hoofd ook van links naar rechts. Een meid met ongeveer dezelfde leeftijd. Wellicht heeft ze ooit nog met hem geknikkerd, of zaten ze samen op zwemles. Nee hoor, al sla je d'r dood. 'Roger Federer, ik zou het echt niet weten.'
Ik sta perplex en weet even niet waar ik het zoeken moet. Dan, als ik wat ben afgekoeld, rond ik onze haperende conversatie subtiel af en geef ik onze lieve gasten met mijn vader de gelegenheid over te gaan tot de orde van de dag. Geen Roger Federer, denk ik.