04 augustus, 2008

'I believe I can fly'

Rond een uur of zeven ging mijn telefoon: Gaby. Altijd welkom, dacht ik. Lekker chillen bij mij thuis, X-Box aan en wat lekkernij op tafel. Maar al snel werd me duidelijk dat Gaby andere plannen had. Hij sprak gehaast en ik hoorde veel geruis (meer dan ik normaal had met mijn tijdelijke schijttoestel) waardoor het haast leek of hij vanuit een helikopter belde. Of ik met een paar minuten voor de deur kon staan. No problemo!

Joe trekt wat aan, sjokt naar beneden, opent de voordeur en hoort op afstand al iets de trommelvliezen weinig goeds belooft. 'Komt die gast in een concorde aanvliegen?', dacht ik. Lang hoefde ik niet te wachten op het antwoord. En de bolide waarin Gaby met peetneef Herbert kwam aanscheuren verklaarde het korte wachten. Een BMW 6-serie cabrio. Verbouwereerd bleef ik even staan kijken naar de cabrio en net toen ik de velgen wilde gaan aflikken maanden de mannen mij om in te stappen. Ik sprong achterin, legde vier vouwen in mijn stelten en genoot met volle teugen van de luxe en razendsnelle kar.
Gaby, een fervent autokenner, zat achter het stuur en volgens mij had 'ie een paar bakstenen op het gaspedaal liggen. Meestal knijp ik 'em als de bestuurder twee keer zo snel rijdt als de toegestane snelheid, maar mijn buurjongen ging nog een stap verder. 140 km p/u op een weg waar men niet harder dan vijftig mag. Door de spiegel zag ik Gaby genieten. Het was zijn feestje, en ik kreeg als eerste een invitatie. Dat kan ik nog 'es waarderen.

Oh ja, en over die auto. Herbert had die auto meegekregen van zijn neef. Die neef heet Andreas Gulunay. Een twintiger die wel eens een gokje waagt. De jongen had wat schulden gekregen door het gokken maar kon die allemaal in één keer aflossen toen hij tweede werd bij een European Poker Tournament in Dortmund (zie video). Gulunay, ook wonend in Duitsland, loste daarop zijn schulden af en schafte zichzelf met een deel van het overgebleven prijzengeld deze droomauto aan. Het pokerbeest was die middag al vroeg in het casino en hij gaf zijn neef Herbert de auto mee.

Al rijdend in de bolide van over de ton was Gaby de eerste naam die bij Herbert opkwam. 'Ik moest meteen aan hem denken. Ik weet hoe gek hij is van deze auto', liet Gaby's peetneef later weten. En dat was te zien. Mijn kameraad, die de bruiloft van zijn neef ervoor onderbrak, scheurde erop los. Gaby voelde zich duidelijk een soort van Schumacher. Joe voelde zich een rijke stinkerd. Het ritje is zeker voor herhaling vatbaar. De volgende dan wel in Monte Carlo of op de boulevard in Miami.