19 juli, 2009

'Wat studeer je?' (2)

'Ik zal maar niet vragen wat je studeert', was de oh zo originele openingszin van mijn trouwe webloglezers de afgelopen dagen. Ik kon er wel om lachen. Dan denken ze dat ik liever niet praat over mijn studie. Dat is niet waar. Wat ik met het vorige blog eigenlijk duidelijk wilde maken, is dat je niet bijster intelligent hoeft te zijn om met mij een eind weg te lullen over het vak journalistiek. Wek alleen de indruk dat je oprecht geïnteresseerd bent in mijn vakgebied. Dat je dan nog zo dom bent als een ezel, is niet eens zo erg. Dít overkwam me laatst en ik kan het nog niet geloven.

Paps schreeuwt me wakker. 'Johan, er is visite. Kom zo snel mogelijk beneden.' Een paar tellen later slenter ik, in mijn hoofd al speculerend over wie er in de woonkamer kan zitten, de trap af. Is het een neef of nicht uit Zweden, die onaangekondigd de familie is komen bezoeken? Of zijn het verre kennissen, die een stel pubers mee hebben, dat er verveeld bijzit en vermaakt moet worden?

Het bezoek was afkomstig uit Zwitserland. Had Mr. Inan een handgemaakte Rolex besteld? Nee! Het waren kennissen. Een man van ongeveer 65 jaar die zijn dochter van rond de 25 bij zich had.

De man is druk aan het gebaren richting mijn vader. Het gaat niet over koetjes en kalfjes, merk ik als ik onderaan de trap vluchtig nog een keer in de spiegel kijk. De Zwitserse man (uiteraard ook van Aramese komaf) lucht zijn hart bij mijn vader, die zich door de jaren heen een beetje heeft ontpopt tot de Dr. Phill van onze gemeenschap. Familieproblemen, dat kan niet anders.

De man ziet mij uit zijn ooghoek verschijnen. Zijn sombere blik verandert in een vrolijke, sympathieke. Hij onderbreekt de conversatie met mijn vader, staat op en geeft me een warme knuffel. Zonder dat ik een woord met hem gewisseld, heb ik al bewondering voor hem. Vaak genoeg heb ik meegemaakt dat er een arrogante kwal zat die me een hand gaf zonder me aan te kijken. Uit angst dat 'ie zijn woorden zou vergeten ofzo..

'Weet je wie het is?', vraagt paps. 'Natuurlijk', zeg ik. 'Uit Zwitserland toch?' Pap knikt en is zichtbaar trots dat ik hem heb herkent. Mijn vader is een aparte wat dat betreft. Ik ken hem door en door. Als ik de woonkamer binnensjok, heb ik aan een klein beetje oogcontact genoeg om te kunnen zien of hij blij is met de bezoekers of niet. Is hij dat wel, dan zet hij een grijns van oor tot oor op en is hij dat niet, dan blijft hij rustig zitten en staart 'ie als een zombie voor zich uit.

Ik meen dat het 2002 was, toen ik met mijn ouders op bezoek was bij deze mensen uit Zwitserland. Hun gastvrijheid is me bijgebleven. Daarnaast herinner ik me dat ze een zoon hadden van mijn leeftijd. En dat klopt. De lieve meneer vertelt over zijn gezin. Zeven dochters had 'ie al, toen God hem een gezonde zoon schonk. Die jongen blijkt een maand jonger dan ik.

De aardige meneer bedelft mijn ouders onder de lofuitingen. 'Zelden heb ik zulke lieve en gastvrije mensen als jullie meegemaakt. De manier waarop jullie ons toen hebben opgevangen, zal ik nooit vergeten.' Mijn moeder kaatst de bal netjes terug. 'Jullie zijn geweldige mensen en wij zagen het als onze plicht. Het waren prachtige tijden en het is jammer dat we elkaar nog zo weinig zien.' Mijn vader knikt bevestigend en zegt dan droog. 'Misschien moeten we maar naar Zwitserland verhuizen?'

Als mijn ouders en hun gast geen lovende woordjes meer kunnen vinden, krijgt het gesprek een voorspelbare wending. Terwijl mijn moeder, die aan de wandel is geslagen met de lege kopjes koffie, op de achtergrond nog wat namompelt, begint de man over mijn studie. Hij kijkt me lief aan en vraagt wat ik studeer. De nieuwsgierigheid druipt van het verrimpelde koppie.

- 'Jour-na-lis-tiek', zeg ik met extra nadruk op elke lettergreep.
* 'Journalistiek?'
- 'Televisie, radio, krant'
* 'Ah, natuurlijk. Journalistiek.'

Een wat stroef begin. Maar de man blijft mij bestrooien met vragen, terwijl hij toch voor iets heel anders bij mijn ouders heeft aangeklopt. Eén van zijn dochters ligt in scheiding. Die kans heb je natuurlijk als ze alle zeven al in het huwelijksbootje zijn gestapt. Niet dat mijn vader er ervaring mee heeft, maar de jongen waarmee ze in de clinch ligt, komt uit Enschede en is ook een bekende van ons. Daardoor is mijn vader de gedoodverfde bemiddelaar.

Afijn. Mr. Swiss wil meer over mijn studie weten en ik besluit om hem duidelijkheid te verschaffen met iets dat hij uit zijn eigen belevingswereld zal herkennen. Als toekomstig sportjournalist is er maar één link te bedenken als je een Zwitser wil vertellen over jouw vak. Inderdaad: Roger Federer. Gaan we weer!

- Er loopt er eentje bij jullie rond die ik ooit te pakken zal krijgen.
* Wie?
- Roger Federer!
* Roger wie?
- Roger Federer, de beste tennisser ooit.
* Ken ik niet. Nog nooit van gehoord.
Die houdt me voor de gek, denk ik. Dat kan niet. Iedereen op planeet aarde weet wie Roger Federer is. Hebben deze mensen de laatste tien jaar in een grot gewoond? Wonen ze op het hoogste punt in de Alpen waar geen krantenjongen kan komen op zijn fietsje? Ik ga nog net niet met mijn handen door mijn haar. Dit kan toch niet!

Het ergste komt dan nog. Dan kijk je links uit en reken je op een bevestigende knik van de dochter. Op een bescheiden manier, met één hand onder de kin. Met een glimlach zo van, 'ik ken 'em wel hoor. Maak je verhaal maar af.' Maar nee hoor. De jongedame schudt d'r hoofd ook van links naar rechts. Een meid met ongeveer dezelfde leeftijd. Wellicht heeft ze ooit nog met hem geknikkerd, of zaten ze samen op zwemles. Nee hoor, al sla je d'r dood. 'Roger Federer, ik zou het echt niet weten.'

Ik sta perplex en weet even niet waar ik het zoeken moet. Dan, als ik wat ben afgekoeld, rond ik onze haperende conversatie subtiel af en geef ik onze lieve gasten met mijn vader de gelegenheid over te gaan tot de orde van de dag. Geen Roger Federer, denk ik.

15 juli, 2009

'Wat studeer je?' (1)

Die bruiloften hè. Ik wist dat ik me weer groen en geel zou ergeren aan bepaalde personages. En dan ben ik nog maar op de helft. Vrijdag en zaterdag is het waarschijnlijk weer raak.

Weet je waar ik een bloedhekel aan heb? Mensen die quasi-geïnteresseerd naar mijn opleiding vragen. Ze willen de tijd doden of ze zien zich verplicht een gesprek met je te starten omdat alle andere potentiële gesprekspartners al een kletsmaatje te pakken hebben. Proberen ze zich eerst in een ander gesprek te wurmen, trekken ze zich lachend terug, nemen ze eerst nog een slok van hun wodka red bull en dan rapen ze alle moed bijeen om een babbeltje te maken met die jongen veel minder verbale steun behoeft dan zijzelf. En dan krijg je dit soort kansloze gesprekken:

A) Mr. Predictable
- Wat studeerde je ook alweer?
* Journalistiek!
- Oh ja, dat zei je toen. Hoe lang moet je nog?
* Twee jaar, schat ik.
- Ok, en bevalt het een beetje?

B) Mr. ikzitalzesjaarophetMBOwantanderskrijgikgeenstudiefinanciering 
- Welke opleiding doe je?
* Journalistiek
- Elel, de nieuwe Johan Derksen.
* Haha nee joh, denk het niet.
- Wat dan,  mag je hem niet. Hij is lijp. Niemand kan tegen hem op

C) Mr. Hopeless  
- Welke school zit je?
* Windesheim, Zwolle.
- Is dat Universiteit?
* Nee HBO.
- Ok, wat leer je?
* Journalistiek.
- Journalistiek... Oooh, van journaal enzo.

Vraag dan niks als je het zo opvallend onopvallend brengt. Klets met me over de sluier van de bruid, de waardeloze bediening of de plafondversiering. Maar ga aub niet doen alsof je 's nachts niet in slaap komt omdat je niet meer weet welke opleiding Johan doet.

14 juli, 2009

Tour 2010: In één keer door

Zwak hoor, die wielrenners! Moeten ze 21 daagjes fietsen, gaan ze er twee keer een dagje vantussen. Ik bedoel: Als je 3445 km moet afleggen, plan dan geen vrije dagen in. Ben je ook twee dagen eerder klaar. En als ik er zo over nadenk, ben ik eigenlijk van mening dat ze die 3,5 duizend km gewoon in één keer moeten doortrekken. Dan doen ze er ongeveer zeventig uur over. Ben je in drie daagjes klaar. (Je kunt mij niet wijs maken dat die tweewielers geen voor- en achterlicht hebben.) Mogen ze daarna een bidonnetje tegen de onderlip aanhouden en voor de eerste tien zetten we zelfs een voedselpakketje klaar. Moet je eens kijken of ze dan nog achter in het peloton blijven hangen. 3445 km is hetzelfde als Amsterdam-Madrid en terug. Schrikken we daar van terug? Een ander voordeel is dat je ook zeker weet dat ze voor het slapen gaan in de badkamer geen spuit in de arm drukken of het lijntje op hun nachtkastje wegsnuiven. Dus mijn advies voor de Tour van 2010. In één keer door. Als ik die kuiten zo zie, moet dat gemakkelijk kunnen.

12 juli, 2009

Afkickverschijnselen


Alcohol. Ik weet het niet.. Een jaar of twee terug, toen ik een naaste familielid bij een bruiloft door twee met spierbundels gezegende neven afgevoerd zag worden, dacht ik nog: "Dat probleem zal ik in ieder geval nooit krijgen." Nu heb ik mijn twijfels. Het is elk feestje weer raak. Vooraf neem ik me voor geen bier, whiskey of bacardi te toucheren, maar op de terugweg is de conclusie keer op keer hetzelfde. Joe heeft te veel gehad en is de grens overschreden.

Vandaag weer. Op de heenweg (het was al bijna tien uur, toen paranoia Johnny mij thuis oppikte) dacht ik nog, vandaag niets anders dan frisdrank. Even een paar uurtjes volhouden. Tot kwart voor elf hield ik het vol. Maar toen ik tussen een leuk groepje vrienden en kennissen belandde, hield ik het niet meer uit. De één nipte aan zijn baco, de ander zette zijn safari-jus op de staantafel en weer een ander vroeg aan een jong neefje een nieuw glas bier te halen. Joe kreeg te kampen met afkickverschijnselen. Een half uur later had ik alweer bijna twee liter van dat goudgele vloeistof naar binnengewerkt. Wat moet je dan, als die bekende bruid je hoofdbrekens bezorgt? Of je gaat aan de cola en fanta, en hangt de rest van de avond de saaie student uit. Of je drinkt gemoedelijk mee en bent tot verbazing van vriend en vijand ook nog eens op de dansvloer te vinden. Voorlopig het laatste.. J'ai vingt-trois ans. Je vis! Ik leef!

Alcohol maakt meer kapot dan je lief is, maar alcohol maakt ook meer goed dan een vrouw kapot kan maken!

10 juli, 2009

Trouwvierdaagse

Geloof het of niet?! Joe heeft in acht dagen tijd vier bruiloften. De dochter van mijn neef, een achterneef, mijn nicht en een goede kameraad stappen stappen respectievelijk vandaag, morgen, volgende week vrijdag en volgende week zaterdag in het huwelijksbootje. Piet Zoomers plukt er de vruchten van, want gisteren heb ik hun kas gespekt met de aanschaf van een Hugo Boss-kostuum. Bij welk trouwkoppel ik het prijzige pakkie laat declareren, weet ik nog niet.

08 juli, 2009

Modelletje met joystick

Even voorstellen: Johnny Genç. Een iel ijdeltuitje van 21 jaar. Johnny, bijgenaamd PP (Perfect Pair), zit het liefst op het terras in Enschede met zijn beste vriend Radjin. Pantalonnetje aan, getailleerd overhempje erboven en met een Italiaanse zonnebril op de neus staren ze de meest wanhopige Enschedese dames na. Ik noem Johnny om zijn mager postuur en zijn omhooggekamde zwarte kuif wel eens Prince. PP heeft in zijn doen en laten in ieder geval meer weg van een artiest dan een topsporter. PP is het type dat vroeger bij een potje slagbal op de basisschool als laatst overbleef als er gekozen moest worden. PP is zo'n beetje de enige in mijn vriendengroep die niet voetbalt. Leg hem tien keer een balletje breed, negen keer maait hij er overheen. Geen wonder dat hij er niet aan begint.Op een spelcomputer overkomt me dat minder snel, moet Johnny gedacht hebben.

Gisteren zaten we met een handvol kameraden bij Milad, wiens ouders inmiddels al een maand of zes in Syrië zitten, geloof ik. Een avondje bij Milad betekent automatisch een avondje ProEvolutionSoccer op de XBox. Dat was gisteren dus ook het geval. Milad zal herkenbaar gekeken hebben naar mijn tafeltennisblog. Dat onoverwinnelijke, het gevoel alleenheerser te zijn omdat niemand je aankan, heeft de Arabier met het digitale voetbalspelletje. We zitten in de zomer zo'n twintig avonden met de hele vriendengroep bij iemand thuis te PES'en, maar ik heb Milad nog nooit een goed pak slaag zien krijgen.

De PES-koning sloot gisteren bewust achteraan in de wachtrij om nog wat huishoudelijke handelingen te kunnen verrichten. Toen 'ie ging zitten, schoot hij in de lach. Hij mocht het opnemen tegen PP. Ook Matti (die gisteren de Gordon Ramsey uithing) en ik hielden ernstig rekening met een slachtpartij.

Als we de 3-0-is-eruit-regel zouden hanteren, was Milad binnen een minuut klaargeweest. 13.27 gaf de klok aan toen PP al drie keer het net van de torenhoge favoriet had gevonden. 13.27 is omgerekend naar de echte klok ongeveer een minuut. PP vloog bij elke goal door de woonkamer. Daar had hij ook alle reden toe. Want niet alleen was hij de absolute underdog, zijn treffers waren ook nog eens om in te lijsten. Het mooie was dat er bij elk doelpunt een 'Johan, let op' aan voorafging. PP's tentoonstelling duurde maar en duurde maar. 1-0, 2-0, 3-0, 4-0, 4-1, 5-1..

Milad toverde er nog even een knappe comeback uit. 'Hoeveel staat het nu dan?', riep hij trots bij 5-4. Dat had hij beter niet kunnen zeggen. Een paar tellen later zette PP de hele flat op de kop. Op alle tien verdiepingen moeten ze ons gehoord hebben toen hij met Cristiano Ronaldo een vrije trap vanuit de kleedkamer in de bovenhoek mikte. Een pegel van jewelste, waarmee hij bewees dat zijn eerste vrije trap (ook een leuke) geen lucky was. Maar PP was nog niet klaar met de geplaagde Arabier. Ook de 7-4 (!) mocht er zijn. Met een fraai stiftje lanceerde Scholes Rooney, die aarzelde geen moment en volleerde de bal in de verre kruising. De zevende keer dat PP van zijn bank sprong voor wat 'high fives' en een wild vreugdedansje.

Op het balkon deed ik een stickie om bij te komen. Terwijl ik naar treffende vergelijkingen zocht (Gerard Joling die scoort voor Ajax, FC Drienerlo bedwingt buurman FC Twente en Roger Federer verslikt zich in Dennis van Scheppingen) hoorde ik weer geschreeuw in de woonkamer. Wat bleek, Milad had de handdoek in de ring gegooid nadat PP opnieuw wilde aanleggen voor een vrije trap. 'Jankerd', zei de verrassende winnaar. De verliezer pareerde: 'Hou je bek, jonge. Geluksvogel. Alles lukt bij jou. Niet normaal meer.' Milad maakte bij mij de indruk van een F-pupil, ééntje die na een 17-1 nederlaag naar zijn vader loopt en met tranen in de ogen zegt: 'Ze waren veel te groot papa, die nummer zeven zit al in groep drie. Ik wil niet meer voetballen.' Het gerucht gaat dan ook dat Milad Sims3 heeft aangeschaft.

07 juli, 2009

Surveillanten

"Ik ben de beste surveillant op het Windesheim", zegt de bebaarde man trots. "Ik was ook de enige hier op school die bonussen kreeg. Maar die hebben ze inmiddels afgeschaft."

Zo'n dertig studenten, tot dan toe druk met het invullen van studentgegevens, trekken hun nek op om de spotdrijvende toezichthouder een welgemeende lach aan te reiken. Een leuke surveillant, dat kan toch haast niet? Voor het eerst in drie jaar tijd geen Gozewina. Je kent haar wel. De vrouw van rond de zestig, voor wie elke werkdag een eeuwigheid duurt omdat de pensioengerechtigde leeftijd maar niet bereikt wordt, gehuld in een kleurrijke bloemetjesjurk en met van die praktische Van Haaren-instappers eronder.

De bewakende heks, aangesteld ter spiekpreventie. En dat vak neemt ze maar al te serieus, alsof ze er duizenden colleges voor heeft moeten volgen. Tijdens de tentamens slalomt ze langs de bezette bankjes, zoals de leerkrachten op de basisschool dat deden bij een proefwerk topografie. Toen kon ik dat nog begrijpen. Ik bedoel, als je Boedapest keer op keer verwart met Boekarest, moet je daar maar een ezelsbruggetje voor bedenken en niet een kijkje nemen bij de buurvrouw, die groep 4 en 6 al had overgeslagen. Een 'uhuum' van de coulante docent was toen nog voldoende. De meesterspiekers begrepen dan hoe laat het was. De rest van de nerds pende onverstoord door. Gozewina zet je het liefst te kijk voor een overvol klaslokaal.

Als je gerinkel hoort, weet je dat ze in de buurt is. Het zijn de sieraden uit de oertijd die madame om de nek draagt. Een handvol verroeste, nepzilveren kettingen die onder de hangtieten uitsteekt, maakt het geluid van een door twee paarden getrokken schoolreiskoets. De concentratie is weg en je besluit akelige Gozewina maar eens recht in de ogen aan te kijken. Een blik waarmee je wil zeggen: 'Vieze kakteef, merk je dan niet dat ik me door jou en je Boeddhistenkettinkjes niet kan concentreren?' Het helpt niet. Gozewina is meedogenloos. Het paarse montuur hangt op het puntje van haar neus. De gure oogjes waarmee ze over haar jampotglazen heenkijkt, zeggen alles. 'Spieken zit er vandaag niet in, klein etterbakje.'

Onder surveillanten zijn er dus ook uitzonderingen. In een tempo dat past bij zijn leeftijd, ging de coole grijsaard rustig verder met het uitdelen van vraagformulieren voor het tentamen Freelance. Hij had de smaak duidelijk te pakken. Gestimuleerd door de gulle lachjes van de studenten, gooide hij er nog een paar leuke oneliners uit. Dat tentamen verliep voor mij trouwens desastreus, want na een minuut was ik al opgestaan (uiteraard met foto'tjes van het tentamen op zak). Ik groette de surveillant, we maakten onder toeziend oog van alle andere studenten een dolletje en ik liep met een glimlach van oor tot oor het lokaal uit.