19 mei, 2008

Alles opzij voor Matthias

Eerst even dit: Met mijn oude mobiel lukte het echt niet meer. Dat ding stamde uit de tijd van Mao Zedong en het duurde een uur voordat ik 'em weer in elkaar had na een valpartij. Ook de functies waren niet om over naar huis te schrijven. Omdat mijn abonnement afliep besloot ik een nieuwe telefoon te nemen. Het is de bronzen Nokia 6500 geworden. Mooi ding met veel opties en eindelijk eens fatsoenlijk fotokwaliteit. Ik durf de pic's nu ook op mijn blog te vertonen. Kijk maar eens hoe ik mijn neefje ermee vast heb gelegd.

Iedere maandag en dinsdag krijgen wij thuis al vroeg visite. Mijn broer komt zijn zoontje (mijn neefje) dan brengen. Prettiger wakker worden is er niet. Kom je beneden, zie je dat lachende ventje van negen maanden in zijn box naar je kijken. Matthias is de ideale baby. Nooit huilen, lekker veel slapen en ook geen protest als er gegeten moet worden. Ik schijn met de eerste vier kinderen van mijn broers Metin en Marcus (Ruben, Edessa, Dani en Manuel) ook zo gek te zijn geweest. Ik kan het me alleen niet voorstellen.
Ruben was de eerste en bij zijn geboorte was ik tien jaar. Logisch dat je er dan gek mee bent. Bij Edessa, Dani en Manu was dat minder. Ik raakte gewend aan de uitbreiding van mijn familie en bovendien kwamen ze heel kort achter elkaar. Maar op de vijfde heb ik ongeveer zeven jaar moeten wachten. Dan ga je het missen en hoop je dat één van de twee broers de gulp weer eens loskrijgt.

Van mijn broer Lucas - hij is mijn jongste broer - had ik het nooit verwacht. Hij zei wel eens dat ie het niet zo had op kinderen en bovendien waren hij en mijn schoonzus Maria altijd druk aan het werk. Ondanks dat ze al bijna acht jaar waren getrouwd hield niemand in de familie er echt rekening mee.
Op één van de eerste dagen in 2007 zat ik met mijn moeder in de auto. Ik geloof dat ze mij naar werk (pensioenplatform toen nog) bracht. Opeens vroeg ze me naar mijn wensen voor het nieuwe jaar. Ik had totaal geen rekening gehouden met de vraag en bleef haar het antwoord schuldig. 'En jij?', vroeg ik. 'Mijn wens is al uitgekomen.' What the fuck, dacht ik. 'Ben ik uitgehuwelijkd ofzo? Hebben we dan eindelijk die felbegeerde jackpot gewonnen?' Dat laatste had me mooi geleken, maar haar antwoord was toch minstens zo mooi. 'Je broer Lucas wordt vader.' Mijn geluk kon niet op. En ik kan me herinneren dat zelfs mijn kameraden enthousiast reageerden toen ik het ze vertelde.

Een weekje later zat ik bij het jaarlijkse zaalvoetbaltoernooi van mijn gemeenschap. Mijn broer kwam na een tijdje naast me zitten. Samen bekeken en analyseerden we wat wedstrijden en spelers totdat hij van onderwerp veranderde. 'Heeft mama het je al verteld?' Ik wist waar hij op doelde maar hield me Van Den Domme. 'Nee wat dan.' 'Ik word vader', fluisterde hij in mijn oor. Nog meer dan bij de onthulling van mijn moeder werd ik geraakt.

Omdat ik een tijd lang de enige ben geweest die een nauwe band bleef houden met mijn broer, had ik haast moeite de tranen in bedwang te houden. Hij heeft altijd bijzonder veel voor mij gedaan. Als ik moest ballen, stond hij als enige familielid langs de lijn. Om mij en mijn neef David van 'support' te voorzien. Ruim voordat mijn eindexamens in 6VWO begonnen opende hij zijn deur zodat ik bij hem thuis in alle rust kon studeren. Als ik jarig ben, is hij de eerste die even belt om te feliciteren. Het zijn van die kleine dingen die ik nooit zal vergeten. Ik wil hetzelfde betekenen voor zijn kleine.

Dat was januari 2007. Op 17 augustus 2007 zag mijn neefje Matthias het levenslicht. Nu is hij negen maanden oud, zijn de eerste tandjes er en kruipt hij als een zeehondje over onze vloer. Ik heb altijd gezegd dat het eerste levensjaar van een kind wonderbaarlijk is. Van een pasgeboren baby dat niet verder dan een paar metertjes kan kijken tot een lopend kind dat de eerste woorden al uitkraamt. Ik merk het bij Matti. Als je een kind dagelijks ziet, zie je het ook niet echt groeien. Maar als een korte periode tussen zit merk je wel steeds het verschil. Het is net als bij een bloem.

Morgenvroeg is hij er weer. Je snapt nu hoop ik dat ik niet kan wachten om wakker te worden.